Bachata

Op verschillende plaatsen in de wereld wordt bachata op verschillende manieren gedanst. Er zijn geen strakke regels. In grote lijnen vallen drie danswijzen te onderscheiden:

1. Dominicaanse stijl. Er wordt gedanst op enige afstand terwijl elkaars handen worden vastgehouden. Vaak worden er veel snelle tussenpasjes gezet. De bewegingen zijn doorgaans spontaan en aangepast aan het specifieke nummer. Draaien worden zelden gemaakt. Complexe combinaties van draaien (zoals bij salsa) worden nooit gemaakt. De laatste jaren heeft de Dominicaanse dansstijl zich gemengd met reggaetoninvloeden. De Dominicaanse stijl is de meest geavanceerde en creatieve bachata dansstijl.

2. Dansschool stijl. Op dansscholen in de VS en Europa wordt bachata vaak geleerd in een klassieke danshouding waarbij beide danspartners dicht tegenover elkaar dansen met hun rechterhand achter op de rug van de partner. Er worden meestal geen snelle pasjes gemaakt. Daarentegen worden vaak wel enkele draaien geleerd.

3. Antilliaanse stijl. Op Curaçao – en vanuit daar overgewaaid naar Nederland en zelfs naar andere landen – is een bachata danswijze ontstaan waarbij telkens op de vierde (laatste) tel van de maat een heup wordt opgetild en een ‘hopje’ wordt gemaakt. De oudere generatie Antillianen tilt daarbij soms ook de schouder op. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat zo’n hopje een vast onderdeel is van bachata dansen. In het land van herkomst, de Dominicaanse Republiek, wordt dit hopje echter niet gebruikt.

Wie je meer weten kom dat  gerust langs en ervaar het zelf.